10.38 uur. Een drukke ochtend vol met afspraken en overleggen. Een overstromende mailbox. En nog wat administratieve klussen die om mijn aandacht vragen.
Nu eerst de prioriteiten voor de rest van de dag op een rijtje zetten. Ik open mijn mailbox en zie een mail van onze receptie; 10.45 uitgeleide Dhr Feenstra. Ik handel af waar ik mee bezig ben en leg mijn werk dan neer. In mijn tijd als sociaal agoog was ik betrokken bij deze meneer. Hij kon zich tijdens de ochtendzorg erg onveilig en bedreigd voelen en dan behoorlijk van zich af slaan, knijpen en krabben. Het zorgteam werd er soms moedeloos van. Met blauwe plekken en ontvellingen op hun armen werd er dan maar weer een MIC en MIM formulier ingevuld. Samen hebben we gezocht naar manieren om meneer Feenstra te kunnen verzorgen, waarbij wel de hoognodige basiszorg geleverd werd, maar met zo min mogelijk stress voor zowel hem als het zorgteam. Dit betekende een periode van veel observeren, samen doen, uitleggen aan het team. Bijvoorbeeld; "Nee, hij krijgt geen krabwanten, (wanten om zijn handen om anderen te beschermen) want dit is een dwangmaatregel en haalt zijn angst niet weg". We moesten juist wat doen aan zijn gevoel van onveiligheid. Maar ook uitleggen aan familie; "Nee, u man wordt niet geschoren. En dit doen we niet omdat wij niet willen of kunnen, maar omdat hij dit niet wil. Hoe dit er uit ziet is van ondergeschikt belang". Een intensief traject. Al was er verbetering zichtbaar, het bleef moeilijk. Nu is Dhr. Feenstra overleden. 10.42 uur. Ik loop naar onze centrale hal. Zie daar netjes op een rij de aanwezige teamleden staan. De dokter. De praktijkverpleegkundige. De psycholoog en agoog. Ik sluit aan. Stil. Respectvol. En wacht. De liftdeuren gaan open. De uitvaartondernemer duwt de kist op wieltjes naar het midden van de gang. Door de erehaag van collega's. Mw. Feenstra, dochter en kleindochter volgen. Beiden spreken een woord van dank uit voor de goede zorgen. Bemoedigende knikjes komen hun kant op. Ze gaan hun partner, vader en opa naar zijn laatste rustplaats brengen. De rouwauto staat voor de deur van De Stichtse Hof. De uitvaartondernemer helpt de kist met zijn collega in de auto en de familie komt er achteraan. Volgens protocol neemt één van hen plaats op de bestuurdersstoel. De ander loopt voor de wagen uit en stapvoets gaan ze het terrein af. De erehaag vanuit de centrale hal heeft zich verplaatst naar de voordeur. Een rij collega's wacht geduldig, rustig en respectvol af tot rouwauto en de familie Feenstra uit beeld zijn. Dan keer een ieder zich om en gaat weer aan het werk. Een uitgeleide. Soms wel 3 keer per week, maar het went nooit. Het is nooit routine. Een einde van een leven. Een intens verdriet en tegelijk bevrijding van de ziekte die hun man, vader en opa al langere tijd van hen afnam. Altijd opnieuw met het volle respect voor de bewoner en hen die afscheid nemen. Ik ben trots op dit ritueel, dat ook overgedragen wordt van oudere op jonge en nieuwe collega's. Het maakt niet uit of de zorg moeilijk en zwaar is geweest. Dit respect, dit laatste stukje eer, krijgen zoveel mogelijk bewoners en familieleden die De Stichtse Hof verlaten. Maar het is zoveel meer dan alleen de laatste eer bewijzen. Het is een vorm van afsluiten en afscheid nemen. Voor ons allemaal. * MIC = melding incident cliënt/MIM = melding incident medewerker. Via dit systeem van melden wordt in de gaten gehouden welke incidenten er plaats vinden die bijvoorbeeld te maken hebben met geweld. Zo wordt eventuele toename gemonitord. * Bron Foto: Rouwvervoer Nijboer Uitvaartzorg
0 Comments
|
In het kortLaura, 38, werkzaam in de intramurale ouderenzorg sinds 2004 als activiteitenbegeleider, dagbestedingscoach en duizendpoot in allerlei projecten. Na 3 jaar als sociaal agoog, nu teammanager zorg. Archieven
July 2023
Categorieën |